Crash course netwerken voor schrijvers in Schrijven Magazine

Spoedcursus of Crash Parcours?

In de papieren versie van het juninummer van Schrijven Magazine las ik het artikel Crash course, netwerken voor schrijvers van de hand van Marlen Visser. Eind mei was al een digitale preview verschenen in Schrijvenonline; de bijbehorende foto met kriskras geplaatste pionnen deed me toen eerder denken aan een Crash Parcours dan aan een Spoedcursus netwerken voor schrijvers, zoals de vertaling van de titel ons beloofd.

Persoonlijke inkijk

Het artikel geeft een persoonlijke inkijk in het verloop van de schrijfcarrière van de thrillerschrijfster. Nog niet doorgebroken auteurs zullen zich af en toe in haar geschiedenis herkennen, bijvoorbeeld wanneer Visser tot inzicht komt dat het voor publicatie niet voldoende is om alleen een goed boek te schrijven.

We weten allemaal dat het weinig zin heeft om een manuscript op goed geluk naar een uitgever te sturen. Om gepubliceerd te raken is het vooral de kunst om niet te belanden in de zogenaamde slush pile, ofwel ‘de stapel ongevraagd aangeboden manuscripten bij de uitgevers, die van de ene naar de andere kant van het bureau geschoven wordt, tot er tijd is om er een vluchtige blik op te werpen’(Zara Mansourova. “Hoe overleef ik de slush pile?”, Schrijven Magazine, januari 2017). In dit artikel vertelt Janneke Louman, adjunct-uitgever bij Uitgeverij Nieuw Amsterdam, dat ze gemiddeld twee manuscripten per dag ontvangt, terwijl er hiervan maar één per jaar wordt uitgegeven. Dit geldt vooral voor werk dat ‘blanco’ wordt aangeboden, dat wil zeggen buiten het netwerk van de uitgeverij om. Alle reden dus om al vroeg in het traject naar publicatie van een boek ook met netwerken te beginnen.

Schrijfhappenings

Marlen Visser raadt aan om zoveel mogelijk naar schrijfevents te gaan om uitgevers en medeauteurs te ontmoeten, al is je manuscript nog lang niet aan publicatie toe. Een tip waar ik achter sta, zelf bezocht ik ook jarenlang elk denkbare schrijfhappening in Nederland en België om met ontelbare auteurs en uitgevers te spreken over mijn debuutroman Flardentango. Met veel plezier nam ik deel aan spreekuren door redacteurs, pitches voor uitgevers, en in 2016 deed ik zelfs mee aan een leesschwob, terwijl ik nog steeds niet precies weet waar dat vreemde woord voor staat. Ik zoek het op: een samenwerking tussen het Nederlands Letterenfonds en een aantal boekhandels en uitgeverijen, met als doel recent uitgegeven literaire klassiekers uit de wereldliteratuur te bespreken (lees: in de markt te zetten). Waarom ik er geen spijt van heb dat ik vier jaar geleden in Utrecht meedeed aan de bespreking van Hoe ik een non werd, geschreven door de Argentijnse schrijver César Aira, zal ik misschien ooit tot onderwerp maken in een ander blogartikel. Hier dient het vooral als voorbeeld hoe ver je als beginnend schrijver kunt gaan om bekendheid te geven aan het ontstaan van je eerste geesteskind.

Terug naar de netwerkervaringen van Marlen Visser, haar verhaal wekt de indruk dat toeval soms een grote rol heeft gespeeld. Zo werd de schrijfster na afloop van het landelijke event Schrijf! kort gefilmd over haar ervaringen van die dag. Toen dit filmpje bij de volgende editie als promotie werd gebruikt, wist ze er bij de organisatie een optreden uit te slepen voor vierhonderd beginnende schrijvers. ‘Laat je stem horen’ was de titel van haar presentatie, een van de raadgevingen die ze de aanwezigen meegaf: ‘zorg tijdens je zoektocht naar een uitgever dat ze weten wie je bent, en dit geldt ook bij het in de markt zetten van je boek’.

Vertel het iedereen!

Een open deur voor wie al even in het wereldje rondloopt, maar voor de nieuwkomers zeker een wijze raad. Net als de tip om aan iedereen te vertellen dat je een boek schrijft, ook aan mensen buiten de schrijfwereld die je verder kunnen helpen. Een mooi voorbeeld geeft Visser met de anekdote over Peter R. De Vries, die ze drie jaar geleden zag zitten op jeugdcomplex De Toekomst bij Ajax. Ze stapte op de misdaadverslaggever af en vroeg of ze hem mocht benaderen als ze problemen had bij het schrijven van haar thrillermanuscript. Hij vond het goed, met als gevolg dat hij haar werk later met een kritisch oog bekeek en zijn opmerkingen achteraf in een persoonlijk gesprek heeft toegelicht.

‘Schot in de roos’ versus ‘Met het hoofd tegen de muur lopen’

Inmiddels is Noodlot verschenen bij Prometheus. Visser ontmoette de eigenaar van de uitgeverij tijdens een borrel na afloop van een boekpresentatie van Simone van der Vlugt. Toen ze na het doormailen van een eerder werk werd uitgenodigd voor een gesprek, kon ze alleen enkele boekideeën voorleggen, toch kreeg ze een contract voor twee thrillers aangeboden. De kennismaking was onmiskenbaar een schot in de roos.

Of de spoedcursus in het artikel tot veel soortgelijke successen zal leiden, is de vraag. Uit eigen ervaring weet ik dat niet elke vruchtbaar lijkende ontmoeting met een uitgever publicatie betekent. Eerder het tegendeel is het geval, dat blijkt ook als ik mijn oor bij collega schrijvers te luisteren leg. Debutanten lopen vaak de kans om met het hoofd tegen een muur te lopen, de fraaie façade van menig grachtenpand waarachter de klassieke uitgever zich met flair voor beginnend schrijftalent verschuilt. Helaas, toch een Crash Parcours dus…

Over zaken die in de aanloop naar publicatie mis kunnen gaan, ook als een contract in de lucht lijkt te hangen, kan ik in de toekomst heel wat blogartikels wijden. Het voortraject naar mijn roman Flardentango levert voldoende stof op tot animatie, maar voorlopig valt er in het heden genoeg te vertellen.

Driedubbele weggeefactie in plaats van Boekenborrel in HeerlenHet langverwachte interview met Chistina De Witte (aka Chrostin)